© Rootsville.eu

Swing #31
Festival (dag 3)
Wespelaar (19-08-2018)

reporter & photo credits: Marcel


info organisatie: Swing
info bands:
Hat Fitz & Cara (Aus) - Nick Dittmeier & The Sawdusters (US) - Andy J Forrest Swamp Crawlers (US)
Catfish (UK) - Diunna Greenleaf & Blue Mercy (US) - Sugaray Rayford (US)

© Rootsville 2018


Twee dagen al achter de rug, nog één te gaan. Van affiche, voor mezelf, de topdag van dit driedaags festival. De twee vorige dagen waren goed verteerd en ik zag deze afsluiter volledig zitten. De weergoden bleven de organisatie genegen, dus op naar een fijne bluesdag. We waren al aanwezig sinds het ochtengloren want we konden of mochten toch niet 'DC Snakebuster' missen die bereidt was gevonden om de uitpuilende camping te voorzien van zijn ongedwongen manier van spelen door het brengen van blues- en andere covers. So there was a good mojo hanging 'round @ the camping.

Om deze dag te beginnen was geopteerd voor het duo Hat Fitz & Cara Robinson of zoals ze zelf soms gekscherend zeggen:” The beauty & the beast”. Hij een Aussie pur sang , zij de typische Ierse met het rode haar, hij een autodidact, zij klassiek geschoold, hij op mandoline en slide gitaar, zij op drums, wasbord en fluit. Ik heb dit sympathieke duo mogen leren kennen als twee warme en vriendelijke mensen. Ze staan garant voor vrolijke blues neigend naar folk en zeer aanstekelijk. Daarenboven zijn beiden geweldig op elkaar ingespeeld. Onder een stralende zon werd de derde dag ingezet.

Cara Robinson beschikt over een geweldige stem en springt van de ene toonaard naar de andere, Hat gromt als een beer “Oh Yeah!” komt uit zijn keelgat gegromd na elke song en hij fingerpickt en slide zich te pletter. ‘Going Home’ uit de laatste cd “After The Rain”, ‘Hold On’ , ‘Shakedown’ of ‘Down The Road’ kwamen op ons af. Het was stampen en dagen en afgewisseld met aangrijpende ballads. Jammer genoeg iets te kort naar mijn zin. Het laatste nummer ‘Try’ werd een sing along met het reeds aanwezige publiek. Ik had genoten.

Hierna was het tijd voor Nick Dittmeier & The Sawdusters. Weer een bende nobele onbekenden voor mij. Zo leer je nog wat mensen kennen. Eigenlijk een beetje te beschouwen als de buitenbeentjes op deze festivaldag. Geen traditionele blues, maar americana met een vleugje country, brengt deze band uit Louisville, Kentucky. De band werd gevormd in 2013 en is een echte ‘roadband’ die niets anders doet dan bijna dagelijks op te treden in de Midwest van de US. Ik had geen ruitjeshemd aan en mijn baard had waarschijnlijk niet de juiste afmetingen, maar ik kon genieten van de doorleefde songs over gebroken harten, Jezus en verlaten steenkooldorpen. Muzikaal doen ze denken aan The Band en Little Feat. De band bestaat uit: Nick Dittmeier (gitaar en vocals), JP Payton (gitaar), Rev. Bob Rutherford (bas) en Mark Wayne Minnick (drums).

Ideaal muziekje vond ik bij het goede weer. Echt iets voor cowboys en rednecks en mensen met snakeleather boots. Geen blues maar goed gebracht en aangenaam om naar te luisteren. ‘Can’t Go Home’, ‘Rhythm Of The Train’, ‘My True Love’ ademen de Amerikaanse countryside. Tussen door wat covers van onder andere John Prine of Willie Nelson en de boel was compleet. Dittmeier heeft de aangename countrystem om deze songs te brengen. Ik meende in de verte nog ‘Silver Lining’ te horen en ook de titeltrack van hun cd ‘Light of The Day’. Zeker niet onder de noemer blues te brengen maar goed en aangenaam werk.

Een topper om te vervolgen met Andy J Forest Swamp Crawlers en laat dat nu één van mijn favo harmonicaspelers zijn. De koning van Frenchmen Street, het muzikale hart van New Orleans, is ongetwijfeld Andy J Forest. Deze harpvirtuoos treedt dagelijks op in deze buurt en vaak in meerdere clubs per dag. New Orleans staat bekend als melting pot van culturen en muziekstijlen (jazz, soul, blues, zydeco en funk) en deze zijn allemaal te horen in de sound van Andy. De 63 jarige veteraan heeft al 20 albums uit en toerde in de jaren 90 vaak in Europa. Het is echter 20 jaar geleden dat hij nog eens in België speelde, ik keek dus enorm uit naar dit optreden. Gezien hij veel bij vrienden in Italië zit, is zijn begeleidingsband dan ook zeer Italiaans getint met Luca Tonani aan de bas, Antonio Vezzano op gitaar en Pablo Leoni aan de drums.

En of ik gelijk had. We kregen een optreden van topklasse voorgeschoteld. Energiek, vol vuur en passie. ‘I’m Just A Fool’ werd op de massa losgelaten gevolgd door ‘Ti-Na_Nee-Na-Nu” van Slim Harpo, ‘If You Love Worse’ een soort anti-liefdeslied als je Andy mag geloven en dan onmiddellijk de overstap naar de zydeco. Gauw het wasbord omgehangen, de harmonica laten dienstdoen als accordeon en weg waren wij met swamp power ‘Chez Nous Dans Le Bayou’. Het werkte zeer aanstekelijke en iedereen ging met plezier mee in het muzikale verhaal. Iets rustiger werd het bij ‘Breach In The Levee’ een nummer geschreven na orkaan Katrina. Heel lang rustig werd het niet want ‘Voodoo Lips “kwam op ons af richting einde set, echter niet voor we ‘Mellow Down Easy’ en ‘Crazy Thing’ als afsluiter te horen kregen. Dit was grote klasse en zeker en vast één van de toppers van het weekend.

Dit jaar had de organisatie blijkbaar iets met de Britse bluesrock, want op zondag kregen we een derde band tussen de kiezen, met name Catfish. De zoveelste onbekende band, tja , bluesrock is dan ook niet mijn ding, vandaar.

In Engeland heeft Catfish al een ijzersterke live reputatie en werden ze vorig jaar bekroond  als ‘best live act’ bij de  British Blues Awards. De hoofdrol binnen deze band is voor het 22 jarige gitaarfenomeen Matt Long. De intensiteit die hij in zijn vocalen en gitaar legt zorgt voor kippenvel naar het schijnt, eerst zien en vooral horen dus. Dit jaar zijn ze weer vier maal genomineerd en als toetje mogen ze op Wespelaar hun Belgische debuut maken! De band bestaat uit: Matt Long (gitaar en vocals), Paul Long (toetsen), Kevin Yates (drums) en Adam Pyke (bas).
Toen de band aanzette dacht ik: “Tiens, Gary Moore”, maar neen, het waren de jonge wolven van Catfish. Typische UK blues met veel snerpende gitaar en uitgesponnen solo’s. Niet mijn ding zoals reeds gezegd. Ik zeg niet dat het slecht is, maar ik denk niet dat ik ooit fan zal worden van dit genre blues. Tijd dus om de innerlijke mens te versterken met een natje en een droogje en de boel van op afstand gade te slaan.

Terug naar het betere werk want we kregen Diunna Greenleaf And Blue Mercy op een zilveren schoteltje voor onze neus geschoven. Was me dat een goed idee. Wat afwisseling op het gitaargeweld. Een festival is nooit compleet zonder een heerlijke ‘big mama’. De in Houston, Texas geboren en getogen Diunna Greenleaf voldoet volledig aan dit plaatje. Diunna’s ouders waren beide gospelzangers en dat vormde de basis van Diunna’s muzikale voorkeur. Later ontdekte ze de muziek van Aretha Franklin, Sam Cooke en Koko Taylor en kon ze haar eigen ‘Diunna’s style of blues’ creëren. Naast haar eigen succesvolle carrière als zangeres was ze 3 jaar voorzitter van de Houston Blues Society en ook vandaag zet ze zich nog in voor projecten zoals ‘Blues in Schools Program’. Verder bestaat de band uit Ronni Boyson op gitaar, Galvin Moolchan aan de drums en Henrik Poulsen op bas en toetsen. Voor de gelegenheid was een Franse vriend speciaal naar Wespelaar afgezakt en kreeg hij een plaatsje op het podium. Ik heb het hier over Pascal Fouquet.

Als je van een grote bluesdame spreekt dan ben je hier op het juiste adres. Haar band trok de trein in gang zonder de hoofdrolspeelster maar toen kwam ze aan, de Diva, een echte bluesmama “Build for comfort and not for speed”.  Diuanna was niet goed te been, blijkbaar was ze gevallen en haar enkel gekneusd en het zag er inderdaad niet goed uit. Na ‘I Can’t Wait’ kregen we ‘Back Door Man’onder de neus, maar wat een uitleg, veel te veel gepraat en veel te weinig zang. Ik hoorde zelfs iemand uit het publiek roepen:”Don’t Talk, sing!” en dat viel blijkbaar niet in goede aarde. ‘Tribute To John Lee’, ‘Sunny Day Friends’ of ‘Open Your Eyes waren nog een aantal songs die op het publiek werden losgelaten. De band was top, maar ik denk echter dat het aan Diuanna zelf wat lag dat het optreden lustig verder kabbelde. Ik miste wat punch en iets meer ballen, zoals vorig jaar op het Bay Car Blues , waar ze een optreden van jewelste gaf. Het was goed maar niet echt top, persoonlijk had ik van haar betere dingen gezien en bleef dus op mijn honger zitten.

Stilaan kwam het einde van dit schitterende bluesweekend in zicht, met een afsluiter van formaat, Sugaray Rayford. En dat formaat mag je gerust letterlijk nemen. Deze imposante teddybeer werd in onze contreien bekend als frontman van The Mannish Boys en is nu ook onder eigen naam een first class performer die op de grootste festivals in Amerika speelt. De man werd geboren in Smith County, Texas en begon zijn carrière al op zijn 7de toen hij begon te zingen in het gospelkoor van de plaatselijke kerk, of wat had je gedacht. Dit jaar sleepte de in San Diego, Californië, wonende zanger 4 nominaties van de Blues Music Awards in de wacht, de belangrijkste: de B.B. King Entertainer voor de beste live act en dat wil al wat zeggen.

Sugaray wordt vergezeld door Lavell Jones aan de drums, Giles Straw op trompet, Aaron Liddard op sax, Alan Markell aan de bas, Drake "Munkihaid" Shining (toetsen) en Gino Matteo op gitaar. Sugaray was gekomen om te feesten en dat zullen ze in Wespelaar geweten hebben. Na een uitgebreide bandvoorstelling barstte het feestje los met ‘Who Is He And What Is He To You’. Ondertussen showde hij zijn dansmoves en dat werkte aanstekelijk. De blazers brachten alles naar een ander niveau en Gino perste knappe solo’s uit zijn gitaar. Daarna tijd voor ‘Live To Love Again’ . Wat een energie straalt die man uit, wat een power. Hij werkte zich volledig in het zweet en bij elke dansbeweging vlogen de druppels in het rond.  ‘Blind Alley’ is dan een song over verkeerd vrouwen met veel soul gevoel. Ondertussen stapt Sugaray vrolijk van het podium en gaat hij frontstage de fans een handje geven en vergeet onderweg geen knuffel te geven aan Diuanna Greenleaf, die zich stilletjes aan zijkant heeft gezet om dit schitterende optreden van dichtbij te kunnen volgen.

De man doorspekt zijn bindteksten met de nodige humor en laat dan ‘Stuck For A Buck’ op ons af. Het geheel werd een fantastische openlucht party met Sugaray Rayford als Master of Ceremonies. Naar het einde toe mocht Diuanna Greenleaf nog mee het podium op en kregen we even een rustpunt. Van korte duur echter want daarna was het weer feesten als de beesten. Een nieuwe orkaan raasde over Wespelaar en die orkaan noemt Sugaray Rayford. Van een afsluiter gesproken, dit was er eentje formaat.

Deze editie van Wespelaar was weer om in te kaderen. Prachtig weer, fijne mensen, lekker eten en goede muziek. Ik heb een aantal ontdekkingen gedaan, een aantal ontgoochelden mij of waren niet echt mijn ding maar ach, de gustibus et coloribus non est disputandum, om het eens op een andere manier te zeggen. Tot noste joar !!

Marcel

Festival moeheid


straks met de 'Kiekes' de rek op

en met





















Closing time...